Ruim 1,5 miljoen actieve mantelzorgers in 2012. 1 op de 7 mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar tot zwaar belast
Ruim anderhalf miljoen mensen in Nederland geven intensief of langdurig mantelzorg. Van deze mantelzorgers voelt 1 op de 7, ongeveer 220 duizend personen, zich tamelijk zwaar tot zwaar belast. Onder 50- tot 65-jarigen bevinden zich de meeste mantelzorgers, maar de85-plussers geven met 24 uur per week de meeste mantelzorg.
Dit blijkt uit de landelijke cijfers van de eerste gezamenlijke Gezondheidsmonitor van GGD’en, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In 2012 hebben ongeveer 400 duizend personen (19 jaar en ouder) meegedaan aan het grootschalige onderzoek.
Meer door vrouwen
Vrouwen geven vaker mantelzorg dan mannen (15 om 9 procent). De meeste mantelzorgers bevinden zich in de leeftijdsgroep50 tot 65 jaar (19 procent). Het aantal uren mantelzorg dat per week gegeven wordt, neemt vanaf de pensioenleeftijd toe: tot 65 jaar geven mantelzorgers tussen de 8 en 11 uur per week mantelzorg, voor 65- tot 75-jarigen is het gemiddeld 14 uur en voor de 85-plussers is dit zelfs24 uur.
Intensief en langdurig zorgen voor een ander kan als zwaar worden ervaren. Van de mantelzorgers voelt 14 procent zich tamelijk zwaar tot zwaar belast. Dit komt overeen met zo’n 220 duizend personen. Mantelzorgers die zich zwaar belast voelen geven gemiddeld meer uren zorg:23 uur ten opzichte van gemiddeld 9 uur door mantelzorgers die zich niet zwaar belast voelen.
Vanwege de vergrijzing zal de druk op de mantelzorgers de komende jaren eerder toe- dan afnemen. Ouderen hebben immers vaker beperkingen en chronische ziekten, en zullen daardoor vaker zorg nodig hebben. Uit het onderzoek blijkt dat van de 65- tot 75-jarigen bijvoorbeeld20 procent een of meer beperkingen heeft in bewegen, horen of zien. Bij 75- tot 85-jarigen is dit 38 procent en bij 85-plussers 66 procent. Ook het aandeel mensen dat een langdurige aandoening (zoals reuma, hartaandoening) heeft, neemt toe met de leeftijd. Van de 19- tot 30-jarigenheeft 39 procent minimaal één langdurige aandoening, van de 50- tot 55-jarigen is dat 61 procent en van de 85-plussers is dit 86 procent.
Ergotherapie voor mantelzorgers
Men kan de rol van mantelzorger op zich nemen/krijgen als een partner, ouder of kind (plotseling) beperkt blijkt. Soms gebeurt dit van de één op andere dag, waarbij verandering van rollen en taken voor alle betrokkenen duidelijk is. Een sluipende verandering , moeilijker te herkennen, maar het risico op overbelasting is even groot.
Een mantelzorger kan zowel fysiek als psychisch overbelast raken. De fysieke klachten ontstaan vaak doordat de mantelzorger zwaar en onverantwoord lichamelijk werk verzet. Rug-, schouder- en nekklachten zijn hiervan de bekendste gevolgen. Ook psychische klachten kunnen ontstaan en kunnen belemmeren in het verlenen van de mantelzorg. Voorbeelden hiervan zijn o.a. stress, twijfel, onzekerheid, agressie, etc.
Een ergotherapeut kan de mantelzorger ondersteunen in het verlenen van de zorg op zowel fysiek als psychisch vlak. Samen met de mantelzorger wordt er gekeken naar de activiteiten, die hij of zij uitvoert t.b.v. de zorgvrager, die problemen opleveren. Door voorlichting op ergonomsich gebied zoals het aannemen van een houding bij het wassen en kleden, het helpen met eten , het tillen of verzorging op bed, kan de mantelzorger meer inzicht krijgen en bewuster de activiteiten uitvoeren. Door het krijgen van inzicht en het bewuster bezig zijn met de activiteiten worden een stuk stress en onzekerheid weggenomen. Ook kan er informatie gegeven worden over de benaderingswijze van de zorgvrager. Vaak als er sprake is van agressie, dementie, of hevige emoties bij de zorgvrager is het voor de mantelzorger zeer zwaar en stressvol om hier meer om te gaan. Als er niet wordt ingegrepen in situaties als deze dan kan zowel de zorgvrager de dupe worden als de mantelzorger.