Plezierige-Activiteiten-Methode geschikt na beroerte
De Plezierige-Activiteiten-Methode die is ontwikkeld voor mensen met dementie, blijkt ook goed bruikbaar om depressieve klachten te verminderen bij de verzorging na een beroerte. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL en VUmc. De ergotherapeut gebruikt daarom deze methode in de behandeling van mensen met dementie of een beroerte.
Kwaliteit van leven
Ieder jaar krijgen ongeveer 41.000 mensen in Nederland een beroerte. Veel van deze cliënten worden opgenomen op een revalidatieafdeling in een verpleeghuis. Maar ook revalidatie in de thuissituatie is soms mogelijk. Door de schade aan de hersenen of als reactie op hun plotselinge beperkingen, worden veel cliënten na een beroerte depressief. Als je deze depressieve klachten kan verminderen of voorkomen, bevordert dat het herstel en hun kwaliteit van leven. Het bevorderen van de kwaliteit van leven is juist één van de speerpunten van de ergotherapie.
De methode als hulpmiddel
Voor mensen die een beroerte hebben gehad is nu een ‘vertaling’ beschikbaar van deze ‘Plezierige-Activiteiten-Methode’, gesubsidieerd door Fonds NutsOhra. De depressieve klachten na een beroerte lijken op de klachten van mensen met dementie en daarom is er gekeken of de Plezierige-Activiteiten-Methode ook geschikt is voor deze cliënten. De methode is een hulpmiddel voor verzorgenden, activiteitenbegeleiders, ergotherapeuten en mantelzorgers.
Hobby’s in aangepaste vorm
Bij verpleging en verzorging volgens deze methode ga je uit van de hobby’s en interesses die cliënten hadden toen ze nog gezond waren. Als je die hobby’s in aangepaste vorm kan aanbieden, verbetert de stemming en verdwijnen depressieve klachten vaak. Bijvoorbeeld voor iemand die graag tuinierde en van schlagermuziek houdt, kun je tijdens het wassen een cd met schlagerliederen opzetten en tuinieren op zithoogte mogelijk maken.
De ergotherapeut onderzoekt en begeleidt
Na een beroerte komt iemand vaak in behandeling bij de ergotherapeut. De ergotherapeut onderzoekt welke hobby’s iemand in het verleden had en wat voor iemand kwaliteit van leven geeft. Daarnaast bekijkt de ergotherapeut welke mogelijkheden iemand heeft, ondanks lichamelijke en/of cognitieve beperkingen, voor het uitvoeren van de hobby’s die voor de cliënt belangrijk zijn.
De ergotherapeut begeleidt de cliënt vervolgens in het oppakken van de hobby’s en adviseert mantelzorgers, verzorging en activiteitenbegeleiders hoe zij deze hobby’s in aangepaste vorm kunnen aanbieden aan de cliënt.