Nieuwe pijnbehandeling voor diabetespatiënten
Onderzoekers van Maastricht UMC hebben een nieuwe pijnbehandeling gedurende een half jaar succesvol klinisch getest bij diabetespatiënten. Met behulp van ruggenmergstimulatie konden de wetenschappers de intense pijn van patiënten met suikerziekte zowel overdag als ’s nachts verlichten in tegenstelling tot slechts het gebruik van medicatie. “Deze behandeling kan de kwaliteit van leven dan ook aanzienlijk verbeteren”, aldus de projectleider.
Diabetes Mellitus en polyneuropathie
Diabetes mellitus, in de volksmond suikerziekte, is een aandoening die wereldwijd zo’n 180 miljoen mensen treft, waarvan bijna één miljoen in Nederland. Naar schatting een vijfde van de patiënten krijgt te maken met zogeheten polyneuropathie. Onder andere brandende en voortdurende pijn en tintelingen in met name handen en voeten zorgen voor een grote negatieve impact op de kwaliteit van leven. Zo hebben mensen door de intense pijn vaak moeite om ’s nachts bijvoorbeeld de slaap te vatten. Medicatie heeft in de meeste gevallen nauwelijks tot geen effect. De Maastrichtse wetenschappers tonen aan dat een nieuwe behandeling wél uitkomst kan bieden. Ook leren omgaan met de klachten door middel van ergotherapie kan de kwaliteit van leven verbeteren.
Pijn verlichtende behandeling
Tijdens het klinisch onderzoek kregen 17 patiënten zes maanden lang ruggenmergstimulatie. Voor deze behandeling wordt een elektrode tegen het ruggenmerg aan geplaatst, waar zenuwuiteinden gestimuleerd kunnen worden. In dit gebied wordt namelijk ook de sensatie van pijn overgedragen. Een elektrisch stroompje kan ervoor zorgen dat de pijnprikkels op die plek juist onderdrukt worden. Bij bijna twee derde van de patiënten bleek de behandeling over de periode van een half jaar uiteindelijk succesvol te zijn.
“Doordat ruggenmergstimulatie de pijn ook s ‘nachts verminderde hadden deze patiënten ook weer een betere nachtrust. Onze resultaten bieden diabetespatiënten in ieder geval perspectief op een pijnverzachtende toekomst” zo stellen de onderzoekers.
Bron: Maastricht UMC+